Kanjertraining
Kanjertraining
De Kanjertraining gaat er vanuit dat mensen verschillende soorten gedrag kunnen vertonen, zowel jong als oud.
Je kunt je vervelend, pesterig en bazig gedragen. Dat benoemen we door te zeggen dat je "een zwarte pet" op hebt. Ook verbinden we daar een dier aan, in dit geval "de pestvogel".
Je kunt je ook heel "grappig" gedragen en zorgen dat je constant de lachers op je hand hebt. Dat benoemen we door te zeggen dat je "een rode pet" op hebt. Hierbij hoort "de aap".
Kinderen kunnen zich ook heel verlegen, teruggetrokken, niet assertief, soms wat "zielig" gedragen. Dan zeggen we dat je een gele pet op hebt. Hierbij hoort "het konijn".
Je kunt je ook normaal, assertief, stevig gedragen en je laten aanspreken op je gedrag: dan heb je "de witte pet" op. Hierbij hoort "de tijger".
Bij de kanjertraining gaat het om twee dingen. Ten eerste dat je leert herkennen welk gedrag er is en dat kinderen leren dat je je op verschillende manieren kunt gedragen.
Iedere vorm van gedrag lokt een reactie uit. We proberen kinderen hiervan bewust te maken en hen verschillende manieren van reageren aan te bieden.
Daarnaast gaat het ook om groepsvorming. In een groep waarin je elkaar kent en het veilig is, zal vervelend gedrag (pestgedrag) een stuk minder voorkomen.
Het doel van de kanjertraining is duidelijk niet om van alle kinderen brave kinderen te maken, maar wel om ze te leren op een goede manier voor zichzelf op te komen en aan te geven wat ze wel en niet prettig vinden.
De petten bij de kanjertraining:
Bij de kanjertraining maken we gebruik van petten. Deze symboliseren een bepaalde vorm van gedrag.
De witte pet: het gedrag van een kind met een witte pet is "rustig". Het kind is innerlijk beschaafd; het pest, schreeuwt en scheldt niet maar is behulpzaam en te vertrouwen. Dit kind heeft respect voor zichzelf en een ander.
De zwarte pet: het gedrag van een kind met een zwarte pet op is brutaal. Het kind wil de baas zijn en doet dit om te intimideren, te manipuleren, te bedreigen of conflicten op te zoeken. De zwarte pet wil wel alles bepalen, maar nergens verantwoordelijk voor zijn.
De gele pet: het gedrag van een kind met een gele pet op is onopvallend. Het kind wil niet opvallen, is bang, verlegen of stil. Het kind wil er graag bij horen, maar vindt alles eng, bedreigend en beangstigend. Door deze bange, afhankelijke opstelling kan het kind genegeerd of gepest worden.
De rode pet: het gedrag van een kind met een rode pet is vaak clownesk. Het kind wil opvallen en stelt zich uitdagend op. De rode pet wil erbij horen en doet dit door stoer te doen op een vervelende manier. Kinderen met een rode pet op nemen geen verantwoordelijkheid voor wat ze doen maar wijzen snel naar een ander.
Met de hier omschreven "petten" willen we geen kader geven voor al het gedrag van kinderen. Je bent geen "petje", je bent geen konijn, maar je doet op dit moment zo.
"Zou je alsjeblieft je witte pet willen opdoen?" Door deze vraag geef je kinderen de mogelijkheid ander gedrag te kiezen.
In de kanjertraining helpen we kinderen andere gedragsvarianten te ontdekken, uit te proberen, er mee te spelen. De indeling in gedragstypen is niet bedoeld om te diagnosticeren of te stigmatiseren.
Omgaan met positieve en negatieve opmerkingen:
Op een school zitten kinderen bij elkaar in een groep. Dit betekent niet dat iedereen je vriend of vriendin kan of moet zijn, maar wel dat je met elkaar moet kunnen omgaan en kunnen samenwerken. Kinderen kunnen en willen hierbij een spiegel voorgehouden krijgen door hun groepsgenoten. We gebruiken hierbij tips. Een tip geef je aan iemand waardoor diegene zich beter kan ontwikkelen of kan veranderen.
Conflicten horen bij het leven. In een conflict leer je stelling te nemen, voor jezelf op te komen. Toch is het niet altijd makkelijk een conflict op te lossen. Maar al te vaak reageer je zelf op eenzelfde manier terug als iemand je aanvalt.
In de kanjertraining leren we kinderen hiermee om te gaan. Het is heel moeilijk je niet op de kast te laten jagen. Hoe doe je dat? Dit zijn oefeningen waar we met de kinderen mee bezig zijn. "Reageer niet steeds op narigheid, laat je niet op de kast jagen, laat je niet uitdagen tot…".
Bij het oplossen van conflicten is het vaak beter naar de toekomst te kijken dan naar het verleden.
Oefeningen hiervoor zijn geen droge theorieoefeningen. Ze werken pas als je er mee gespeeld hebt, ze in de praktijk hebt toegepast. Daarom doen we veel drama/speloefeningen om dit met de kinderen te oefenen. Ook proberen we ze toe te passen bij die situaties waar het mis ging. "Je hebt nu op een bepaalde manier gereageerd. Hoe had je dit anders kunnen doen?"
Het team is opgeleid door Drs. G. Weide, ontwikkelaar van de kanjertraining, in het geven van de Kanjertraining in de klas. De kanjertrainingen worden in alle groepen gegeven. We zorgen ervoor dat iedere week een kanjeractiviteit (les, spel, oefening) aan bod komt.
Het is goed dat ouders ook iets meer weten over de achtergronden van de kanjertraining. Alleen zo is te begrijpen waar wij mee bezig zijn en kunnen we elkaar aanvullen en ondersteunen.